Wat houdt het loskoppelen van bewegingen precies in?
Uw kind zijn evenwicht leren vinden is essentieel voordat u het veilig kunt laten rijden. En als dat evenwicht aanleren nu eens veel gemakkelijker werd?
Je evenwicht leren vinden terwijl je ondertussen ook de snelheid en de richting van de fiets controleert is een grote uitdaging bij het leren fietsen op twee wielen. Verschillende elementen spelen hier tegelijkertijd een rol in:
- Evenwicht en het besef van snelheid om niet te vallen
- Aandacht voor eventuele hindernissen
- Kracht om het stuur vast te houden, te remmen en later ook om op de pedalen te trappen
- Enz.
Dus, hoe maak je dit leerproces tot een succes en laat je je kind zich in zijn eigen tempo ontwikkelen?
Ontwikkel elke vaardigheid afzonderlijk door stapsgewijs te leren
Psychomotorische experten die het leren fietsen hebben onderzocht leggen uit dat dit stapsgewijs moet verlopen, om eerst een goede coördinatie te ontwikkelen en pas daarna te leren om bewegingen van elkaar los te koppelen.
Het kind zal bijvoorbeeld het contra-intuïtieve aspect moeten overwinnen dat het sneller moet gaan om niet te vallen (inhibitie). Opdat dit vlot zou verlopen, vormt dit besef zich best in de fase waarin het evenwicht wordt aangeleerd. Eenmaal dit is verworven, zal het kind kunnen overgaan naar de trapbeweging (coördinatie en dissociatie of loskoppeling).
Op dezelfde manier zal uw kind bij het nemen van de eerste bochten, met zijn loop- of trapfiets, moeten aanvoelen dat je niet alleen stuurt door aan het stuur te draaien, maar ook en vooral door te leunen in de richting van waar je naartoe wil gaan.
Door het leren fietsen in fases op te splitsen (evenwicht, trappen, behendigheid, remmen en versnellingen) kan uw kind zich elk van deze principes eigen maken die nodig zijn voor zijn autonomie op de fiets en zich in zijn eigen tempo ontwikkelen.
De rol van het loskoppelen van bewegingen in de globale motoriek van uw kind
Om kinderen te leren hun bewegingen los te koppelen van elkaar, moet men begrijpen hoe dit bijdraagt aan hun grove motoriek:
- Coördinatie: om de bewegingen te organiseren van de verschillende lichaamsdelen die bij de uitvoering van een fysieke activiteit zijn betrokken.
- Loskoppeling: om te leren om een of meerdere lichaamsdelen te activeren terwijl andere lichaamsdelen niet bewegen of een andere beweging uitvoeren.
- Evenwicht: om een houding of gebaar aan te houden zonder te vallen.
- Inhibitie: om in staat te zijn zijn reflexen te controleren om zich in te houden of juist een contra-intuïtieve beweging te beginnen
: pour être capable de contrôler ses réflexes, pour retenir ou au contraire, amorcer un mouvement contre-intuitif
Het doel is om de coördinatie van uw kind te ontwikkelen door aan elke vaardigheid afzonderlijk te werken.
Door bijvoorbeeld de coördinatie van van de onderste ledematen te mobiliseren om te leren begrijpen dat “als ik mijn voeten vooruit duw, ik vooruit ga”. Daarna is het de praktijk en de ervaring die het kind in staat zullen stellen op natuurlijke wijze vooruitgang te boeken door de verworven vaardigheden te coördineren.
Hoe leer je kinderen hun bewegingen los te koppelen als je hen leert fietsen?
Een stapsgewijze aanpak zorgt ervoor dat kinderen niet worden overstelpt met informatie wanneer ze voor het eerst leren fietsen. Ze kunnen zo elke nuttige vaardigheid apart inoefenen en voldoende vertrouwen ontwikkelen in zijn capaciteiten om ze vervolgens te combineren.
Opdat dit besef van het loskoppelen van de bewegingen zich natuurlijk zou ontwikkelen, raden we aan om als volgt tewerk te gaan:
- Met de hulp van een volwassene gaat de kleine jongen of het kleine meisje op de loopfiets zitten en begint met de eerste stapjes.
- Eens het kind begrijpt dat het moet duwen om vooruit te komen, zal het leren om zich recht te houden op het zadel van de loopfiets.
- Nog altijd met de hulp van een volwassene zal het kind oefenen om vooruit te kijken om te anticiperen op hindernissen.
- U kan op dat moment ook beginnen met het leren remmen met alleen de eerste twee vingers zodat het kind het stuur niet los hoeft te laten.
- Eens het kind dit kan, kan het de voeten optillen om in evenwicht vooruit te gaan. Als dit op een evenwichtsfiets (loopfiets) met een voetsteun is, kan het kind de voeten heel gemakkelijk hierop zetten.
- Als uw kind voldoende vertrouwen heeft kan het leren spelen met zijn evenwicht om zijn eerste bochten te nemen.
- Eens uw kleine renner zich op zijn gemakt voelt op de loopfiets, kan hij de traptechniek aanleren, wat organisch zal verlopen door hem een beetje te helpen bij het vertrek en hem te leren om eerst met een been te duwen en daarna met het andere been.
Het belangrijkste is dat dit al spelenderwijs verloopt. Probeer dus niet te snel te gaan: geef uw kind de tijd om zich te amuseren!
Vergeet niet: elk kind leert in zijn eigen tempo!
Elke kind kent een ander ritme, afhankelijk van zijn eigen motorische ontwikkeling. Elke fase kan dus meer of minder tijd vergen, afhankelijk van uw kind, maar het is belangrijk om ze allemaal goed onder de knie te krijgen alvorens ze te kunnen combineren, en het moet uiteraard altijd leuk blijven voor uw dochter of zoon!
Uw kind forceren om naar de volgende stap over te gaan op een moment dat het zich nog niet comfortabel voelt, zou het kind kunnen ontmoedigen om te leren fietsen en zo kostbare jaren verspillen om het evenwichtsgevoel te trainen.
Maar als u de tijd neemt om uw kind te helpen (en dat gaat echt sneller dan u denkt ;-)), zal uw kind op heel natuurlijke wijze zijn motoriek ontwikkelen en zijn vaardigheden verbeteren bij elke wielomwenteling.
De beloning? Kilometers fietsplezier aan het stuur van zijn BEMOOV!
